Mount Hanang

21 oktober 2017 - Iramba, Tanzania

Ai, de laatste blog is alweer 3 weken geleden, nu moet ik toch echt weer schrijven! Het is er niet van gekomen, doordat ik doordeweeks druk was en vorig weekend samen met Iris Mount Hanang heb beklommen. Wauw, wat was dat vet! Pffft, wat waren we moe! Zaterdagochtend rond 8 uur werden we door onze gids opgehaald in Haydom en in 2 uur naar Katesh gebracht, een stad die onderaan de berg ligt. Onderweg hebben we voor het eerst apen gezien, eerst een klein aapje (ik denk een guenon) en later een troep bavianen. In Tanzania leven best wat apen in het wild, maar wel altijd in een regio waar water goed verkrijgbaar is, zoals in de regio rondom Lake Basutu waar we doorheen gereden zijn.

Aan het begin van het natuurgebied van Mount Hanang werden we afgezet, dat was op 1995 meter hoogte. Toen begon de klim naar 3100 meter hoogte, het einddoel van de eerste dag. Thomas en zijn jongere broer Michael waren onze gidsen, daarnaast waren er nog 2 porters mee die onze kampeerspullen omhoog brachten en verantwoordelijk waren voor het koken. We begonnen met lopen in een bosachtig gebied met prima paden, maar naar mate we hoger kwamen werd de begroeiing meer struikachtig en werd het pad steeds meer bezaaid met stenen. Onderweg moesten we onze gids een beetje remmen, want hij was zo gewend het stuk te lopen dat het een makkie voor hem was. Voor ons was dat wel een beetje een ander verhaal. Rond half 4 's middags hadden we ons doel voor de dag bereikt. Onze twee tentjes stonden al opgezet, met een prachtig uitzicht over het dal. Hier hebben we de nacht door gebracht, op yogamatjes op een grond die bezaaid lag met stenen. We lagen rond 8 uur al in bed, want hier is het om half zeven al donker en er was niet veel meer te doen voor ons. Bovendien zouden we rond 5 uur de volgende ochtend opstaan om voor zonsopgang bij de top te kunnen komen. Die nacht hebben we amper geslapen, vanwege de keiharde grond. Daarnaast was het koud, maar daarvoor waren we gewaarschuwd en we hadden onszelf goed ingepakt. Tegen de tijd dat we klaar waren met ons ochtendritueel (wat niet meevalt in een tent zonder water) was de zon net op aan het gaan. Prachtig, onder ons een wit wolkendek waar de zon net bovenuit aan het klimmen was (zie foto's). Na wat moed verzamelen zijn we met Michael, want Thomas lag nog te slapen, richting de top gegaan. Dat viel even tegen! Omhoog en weer omlaag gingen we, over de bergtoppen naar de absolute top. Op ongeveer 3300 meter hoogte besloot Iris dat het voor haar te zwaar en te riskant werd, omdat ze inmiddels van beide enkels last had en bang was iets te overbelasten. Hier hebben we afscheid genomen, zij met Thomas terug naar de campsite en alvast de daling inzetten, ik met Michael naar de top. Het laatste stuk van de route was er totaal geen pad meer, we moesten als berggeiten over schuine oppervlakken lopen en over rotsen heen klimmen. Ik heb de top bereikt, 3420 meter boven zeeniveau, met een prachtig uitzicht over de omgeving! Stilte en rust. Een schoonheid die niet te omschrijven is en ook op de foto's niet helemaal te vangen is (natuurlijk heb ik het wel geprobeerd). De route terug naar de voet van de berg was zwaar, omdat de grond droog was gleed ik snel uit, ook met mijn bergschoenen. Het laatste stuk hebben Iris en ik nog samen gelopen, we waren allebei helemaal kapot en konden alleen nog maar strompelen. We hebben het gehaald! Helemaal vies en in kleren met scheuren gingen we nog iets eten in een restaurant in Katesh, waar wij op dat moment totaal geen zin in hadden. Vervolgens gelukkig in de auto terug naar Haydom, naar de douche waar we naar verlangden! 

Natuurlijk ben ik de afgelopen periode ook nog in het ziekenhuis geweest. De derde week van mijn coschap bij de afdeling Interne geneeskunde heb ik doorgebracht op de vrouwenkant van de Old Ward, daar waren toch wel een paar dingen anders dan bij de mannen! Het was er drukker, want veel vrouwen hadden hun kleine kinderen gewoon bij zich in bed. Daarnaast waren de familieleden hier over het algemeen vrouwen, terwijl het bij de mannenafdeling juist mannen waren die voor hun familielid zorgden. Dit zorgde voor een afdeling die een stuk lawaaieriger was. Ook waren veel vrouwelijke patiënten wat dramatischer in de presentatie van hun klachten. De volgende week ben ik naar de TB-ward gegaan, maar daar lagen niet alleen patiënten met tuberculose zoals de naam zou doen vermoeden. Eigenlijk functioneerde deze afdeling als extra ruimte voor andere afdelingen. Twee kamers voor de chirurgie, één kamer voor een personeelslid en verder kon ik er weinig regelmaat in ontdekken. Wel probeert men alle patiënten die vanwege tuberculose opgenomen liggen op deze afdeling te plaatsen. Mondkapjes om infectie te voorkomen worden er niet gedragen, dat had ik al een beetje verwacht omdat dit in Brazilië ook het geval was. Wel was de deur van de afdeling op slot en konden familieleden dus niet makkelijk in en uit lopen. 

Deze week ben ik begonnen bij de afdeling chirurgie, bij Surgical I, waar de algemene chirurgie is. Op Surgical II liggen alle orthopedische patiënten (die vaak een ongeluk hebben gehad), alle andere patiënten die mogelijk geopereerd gaan worden of geopereerd zijn liggen op de afdeling algemene chirurgie. De eerste dag werd ik gelijk geconfronteerd met de vieze kanten van het vak chirurgie: open wonden waaraan je kunt ruiken of ze geïnfecteerd zijn en enterocutane fistels waardoor ontlasting de buik uit komt lopen. Lekker! Ik ben altijd blij dat ik goed mijn neus dicht kan houden, zolang ik het niet erg goed ruik gaat het prima. Op de operatiekamer (OK) gaat het ook net even anders dan in Nederland. 's Ochtends moet je goed kijken of het groene OK pak dat je aan trekt wel helemaal heel is en je mag hopen dat er nog genoeg steriele jassen zijn als je wilt assisteren bij een operatie. Steriele jassen, steriele doeken, mondmaskers en hoofdkapjes die in Nederland van wegwerpmateriaal worden gemaakt, zijn hier van stof en worden gewassen of gesteriliseerd en opnieuw gebruikt. Materiaaltekort is sowieso iets wat je in een Nederlands ziekenhuis niet vaak tegenkomt, maar wat hier aan de orde van de dag is. Medicijnen die niet op voorraad zijn, testen die het lab nu niet kan doen, een glucosemeter die weer eens op de andere afdeling ligt, niemand is er hier verbaasd over. Er is een beperkt aantal patiënten wat beademd kan worden, of extra zuurstof kan krijgen, daarna zijn de machines op. De artsen hier zijn gewend om met dergelijke problemen om te gaan, maar de westerse artsen of verpleegkundigen die hier op bezoek zijn hebben er best wel eens moeite mee. Van de zaalartsen die hier werken, begrijp ik dat dit soort zaken hier in het HLH al veel beter geregeld zijn dan in veel andere ziekenhuizen in het land. Dit ziekenhuis kan best veel behandelingen geven en heeft een CT-scan, wat vrij bijzonder is hier in Tanzania. Ook voor mij is het de uitdaging om te leren om zo goed mogelijke zorg te geven aan de patiënten hier en ondanks de beperkingen niet ontmoedigd te worden.

Foto’s

4 Reacties

  1. Marlene van Gameren:
    21 oktober 2017
    Wat een schitterende tocht heb je gemaakt!

    Lijkt me een vreselijk dilemma, wie help je als er te weinig materiaal is...

    Hartelijke groeten
  2. Joke:
    22 oktober 2017
    Hoi Rosanne, ons rondje Rotterdam van 10 km is hierbij vergeleken een makkie. Wat een kanjers zijn jullie. Respect hoor.
    Het zijn echt prachtige foto's.
  3. Judith:
    23 oktober 2017
    Leuk om iedere keer je blog te lezen, Roos! En wat een prachtige foto's deze keer! Heel gaaf dat je de klim hebt kunnen afleggen. Succes verder met al het werk en veel plezier met het avontuur :) Doeg!
  4. Sjaan:
    23 oktober 2017
    Hoi Rosanne, wat mooi om je verslag te lezen!
    Indrukwekkend!! En wat een prachtige foto's!!